Vachtsoorten van de hond

Alle vachtsoorten hebben zich ontwikkeld uit de vacht van de wolf. Deze vacht wordt stokhaar genoemd. Dit is een dubbele vacht, deze bestaat uit een ondervacht, onderwol, en dekharen, dikkere stuggere haren. Een wolf gaat in het voorjaar in de rui. De rui is een zeer intensieve verharing. In het voorjaar verhaart de wolf de hele laag onderwol. Dit is omdat de zomervacht dunner is dan de wintervacht. Bij de huishond gaat de vacht in het najaar nog een keer in de rui. De dekharen verharen over het gehele jaar.

De huishond lijkt tegenwoordig niet veel meer op de wolf. Door het selectief fokken van honden, die een door mutatie gewijzigde eigenschap hebben, wordt geprobeert een ras te verbeteren. Windhonden zijn bijvoorbeeld gefokt om snel te kunnen zijn. Door de fokkerij zijn er ook verschillende vachtsoorten ontstaan.

Huishonden moeten regelmatig geborsteld worden. Borstelen gebeurd niet alleen om de vacht uit de klit te houden maar ook om het dode haar en vuil te verwijderen. Tevens zorgt borstelen voor een goede doorbloeding doordat de huid mee wordt gemasseerd. Borstelen zorgt voor een goede talgverdeling over de vacht. De hond wordt gecontroleerd op wondjes, bultjes en op parasieten. Borstelen versterkt de relatie tussen baas en dier. Bij Trimsalon Plucky kun je altijd terecht voor borsteladvies. Voor elke vachtsoort zijn er andere borstels en kammen in gebruik, door het borsteladvies maak je de juiste keuze voor de vachtsoort van de hond.

Dit is een gelijke vacht aan die van de wolf. Stokhaar is een dubbele vacht, deze bestaat uit een ondervacht, onderwol, en dekharen, dikkere stuggere haren. Voor honden met lang stokhaar is de vachtsoort duidelijk. Denk hierbij maar aan een Husky of een Schotse herdershond. Er zijn echter ook honden met kort stokhaar. Het verschil in lang- of kortstokhaar zit in de dekharen. Honden met een korte stokharige vacht zijn bijvoorbeeld, de Rottweiler en de Labrador Retriever. De meeste honden met een stokharige vacht komen 4 keer per jaar naar de trimsalon.

Denk bij een uitdunvacht aan een Engelse Cocker Spaniel of aan een Cavelier King Charles Spaniel. Een uitdunvacht bestaat uit een dubbele vacht. Deze vachten hebben dekharen met daaronder weinig onderwol. Honden met zo een vachtsoort verharen het hele jaar door. De dekharen kunnen worden geplukt en de onderwol laat het gehele jaar door los. De meeste honden met een uitdunvacht komen 4 keer per jaar naar de trimsalon.

Denk hierbij aan de Hollandse schapendoes of aan de Shih Tzu. Deze vachten hebben lange dekharen met daaronder veel onderwol. Deze vachtsoort verhaart het gehele jaar door. De vacht kan korter worden geknipt of geschoren. Ook kan de vacht worden uitgedund, zodat het haar niet zo vol is op bepaalde plekken. Honden met deze vachtsoort moeten regelmatig worden geborsteld om klitten te voorkomen. De meeste honden met een inkortvacht komen 6 keer per jaar naar de trimsalon. Er zijn ook rassen met vilthaar, de Komondor of de Bergamasco. Deze honden hebben net zoals de honden met een inkortvacht een dubbele vacht, maar met echt heel veel onderwol. Door deze structuur vervilt het haar snel op een natuurlijke manier. Door het haar in strengen te scheuren, ontstaan er de zogenaamde dreadlocks.

Een gladharige vacht bestaat uit korte dekharen. Honden met gladhaar verharen het hele jaar door. Denk bij een gladharige hond aan een Dobermann of een Boxer. In de rui periode laten deze honden meer dekharen los, dan in de rest van het jaar. De meeste honden met een gladde vacht komen 2 keer per naar de trimsalon. Regelmatig worden ze vaker gebracht voor een wasbeurt en om de nageltjes te laten knippen.

Een plukvacht bestaat uit een dubbele vacht. Er is een ondervacht, onderwol, aanwezig met daaroverheen dekharen. Deze dekharen moeten ongeveer 2 keer per jaar worden geplukt. Soms wel 4 keer per jaar. Denk bij een plukvacht aan een Cairn terrier. Verschillende rashonden komen voor met meerdere vachtsoorten. Jack Russels kunnen bijvoorbeeld een plukvacht hebben, dus ruw haar hebben. Maar ze kunnen ook net zoals Puck Geluk gladharig zijn.

Dit is een vacht die voornamelijk uit onderwol bestaat, kroeshaar. Denk hierbij aan de vacht van een Poedel of een Bedlington terrier. Deze vacht komt niet in de rui, de vacht verhaart soms een klein beetje. Doordat de vacht niet in de rui komt, zijn de honden met een knipvacht het meest geschikt voor mensen met een allergie. De knipvacht moet regelmatig worden geknipt of geschoren. Zeker 1 keer in de 2 a 3 maanden. Gianne heeft ook een knipvacht. De honden met deze vachtsoort moeten regelmatig worden geborsteld om klitten (verviltingen) te voorkomen.

Deze vacht komt voor bij de zogenaamde naakthonden. Deze honden hebben bijna geen haar, meestal alleen wat op de kop, poten en staart. Haarloze honden komen toch ook naar de trimsalon voor een wasbeurt en een massage van de huid.